Premiebetalende deelnemers in het pensioenfonds ABP gaan er volgend jaar grofweg 1 procent in koopkracht op vooruit.

De koopkrachtverbetering is het gevolg van een verlaging van de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen in 2015 met 2 procent. ABP maakte de maatregelen donderdag bekend.

Pensioenen kunnen niet meegroeien

De feitelijke premie daalt van 21,6 procent naar 19,6 procent. Het ambtenarenfonds zegt verder geen mogelijkheden te hebben om de pensioenen te laten meegroeien met de gemiddelde loonontwikkeling bij overheid en onderwijs, de zogenoemde indexatie. Daarvoor is de dekkingsgraad van ABP niet voldoende.

De graadmeter, die aangeeft in hoeverre het fonds aan zijn verplichtingen kan voldoen, stond per 31 oktober op 102,3 procent. Dat is 1,9 procentpunt onder het minimaal vereiste niveau van 104,2 procent.

Akkoord

De nu vastgestelde premie bij het ambtenarenpensioenfonds is gebaseerd op het akkoord dat sociale partners in oktober overeenkwamen. In dat akkoord werd de pensioenregeling van het ABP aangepast aan de nieuwe wettelijke regels over de versobering van de pensioenopbouw en de verhoging van de AOW-leeftijd.

Voor premiebetalende deelnemers betekent de premieverlaging, de veranderde grondslag waarover premie wordt geheven en de nieuwe verdeling tussen werkgevers en werknemers, dat ze ongeveer 1 procent van het salaris minder aan pensioenpremie betalen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl